
Liquidatiereserve en VVPR-bis: Wijzigingen vanaf 29 juli 2025 Delen
In het kader van het regeerakkoord heeft de federale regering beslist om de fiscale regels rond de liquidatiereserve en de VVPR-bis-dividenden op elkaar af te stemmen.
Een belangrijke wijziging is dat je vanaf 29 juli 2025 bestaande liquidatiereserves versneld kan uitkeren, zij het met een licht hogere belastingdruk.
Liquidatiereserve
Een kleine vennootschap kan vanaf boekjaar 2014 haar winsten boeken als liquidatiereserve. Daarbij gelden volgende regels:
- Bij aanleg: 10% anticipatieve heffing
- Bij uitkering:
- 0% roerende voorheffing bij vereffening.
- 20% roerende voorheffing bij uitkering binnen 5 jaar.
- 5% roerende voorheffing bij uitkering na 5 jaar.
Bijvoorbeeld: de onderneming legde in boekjaar 2019 een liquidatiereserve aan van €30.000
- Ze betaalde daarover €3.000 belasting (10%)
- In 2025 wil ze dit uitkeren als dividend
- gezien er meer dan vijf jaar is verstreken, geldt er slechts 5% roerende voorheffing (€1.500)
Je ontvangt netto: €28.500.
Totale belastingdruk: 13,64% (€4.500 / €33.000) in plaats van het standaardtarief van 30% roerende voorheffing.
VVPR-bis
Dividenden onder het VVPR-bis-regime hebben een gunsttarief onder volgende voorwaarden:
- Voor aandelen die werden uitgegeven na 1 juli 2013
- Voor aandelen op naam in ruil voor inbreng in geld
- Geen preferente aandelen
- Kleine Vennootschap op moment van inbreng
- Ononderbroken bezit van deze aandelen (in volle eigendom) op moment uitkering
Roerende voorheffing:
- standaardtarief van 30% bij uitkering in het jaar van oprichting en eerste jaar na oprichting (eerste en tweede boekjaar)
- 20% in het 2e jaar na oprichting (3de boekjaar)
- 15% vanaf het 3e jaar na oprichting (vanaf het 4de boekjaar)
Wat verandert er vanaf 29 juli 2025?
De wachttermijnen van de liquidatiereserve en wordt gelijkgesteld met deze van VVPR-bis, zijnde drie jaar wachttijd in plaats van vijf voor de liquidatiereserve. Helaas stijgt het tarief van de roerende voorheffing op liquidatiereserves van 5% naar 6,5%, met als aangepaste samenvatting:
- Nieuwe liquidatiereserves (aangelegd vanaf 1 januari 2026):
- 10% anticipatieve heffening blijft, aangevuld met
- 0% roerende voorheffing bij vereffening.
- 20% roerende voorheffing bij uitkering binnen 3 jaar.
- 6,5% roerende voorheffing bij uitkering na 3 jaar.
- 10% anticipatieve heffening blijft, aangevuld met
- Bestaande liquidatiereserves:
- Keuze tussen:
- Huidige regeling behouden: 5 jaar wachttijd + 5% RV.
- Nieuwe regeling vanaf 29 juli 2025: 3 jaar wachttijd + 6,5% roerende voorheffing.
- Gevolg: je betaalt dan +/-1,36% meer belasting.
- Keuze tussen:
De nieuwe regels zijn minder voordelig, maar bieden wel de mogelijkheid om liquide middelen sneller privé te krijgen.
Terug naar overzicht